"Hele wereld weet Leids instituut in Marokko te vinden"
Een delegatie van Universiteit Leiden bezocht eind februari het Nederlands Instituut Marokko (Nimar) in Rabat. Dit Leidse instituut, met een nationale taakstelling, is een belangrijke hub voor samenwerking met Marokko en Afrika voor allerlei disciplines. De delegatie ontmoette studenten, onderzoekers en overheden. Iedereen weet de weg naar het Nimar namelijk te vinden.
Het Nimar is gevestigd in een wit gebouw tussen de palmbomen in Rabat, de hoofdstad van Marokko. Speciaal voor het Nederlandse bezoek lijkt het Hollandse regenweer meegekomen naar het anders zo droge en zonnige Marokko. Binnen oefenen studenten hun Arabisch, werken aan hun onderzoek en ontmoeten onderzoekers elkaar. En dat zijn er nogal wat. Niet alleen studenten en instellingen uit heel Nederland en Marokko komen naar Rabat, maar ook studenten, promovendi en onderzoekers uit andere Europese, Afrikaanse en Aziatische landen. Het Nimar faciliteert niet alleen onderwijs en onderzoek, maar dient ook als expertisecentrum. ‘We zijn een Leids instituut, maar werken samen met de hele wereld’, zegt Léon Buskens, directeur van het Nimar en hoogleraar Recht en cultuur in islamitische samenlevingen.
Band van vier eeuwen oud
De band tussen Nederland en Marokko is al ruim vier eeuwen oud. Nederland was in 1605 de eerste Europese mogendheid die diplomatieke relaties met Marokko aanknoopte. Die eeuwenoude relatie is nu nog steeds terug te zien. Zo heeft Nederland een gemeenschap van 400.000 inwoners met Marokkaanse wortels. Daarnaast delen de twee landen veel andere belangen op het gebied van handel, duurzame ontwikkeling, migratie, veiligheid en cultuur.
'Het Nimar past in die lange geschiedenis’, zegt Annetje Ottow, voorzitter van het college van bestuur. 'Het is uniek dat wij als Universiteit Leiden via onderwijs en onderzoek kunnen bijdragen aan die relatie. Wij delen onze kennis en andersom kunnen wij veel leren van Marokko en andere Afrikaanse landen. Dat is een geweldige kans voor alle onderwijsinstellingen die gebruikmaken van het Nimar.’
Brug tussen Europa en Afrika
Marokko ziet zichzelf niet alleen als een poort voor Europa naar de rest van Afrika, maar ook als een brug van Afrika naar Europa. ‘Het mooie van het Nimar is dat ze vanuit Rabat kunnen zien hoe Marokko zichzelf positioneert en profileert’, zegt Marleen Dekker, hoogleraar Inclusieve Ontwikkeling in Afrika en directeur van het Afrika-Studiecentrum Leiden. Het is belangrijk om ons te realiseren dat wij in Nederland vaak een westers perspectief op Afrika en de wereld hebben, en dat wij veel kunnen leren van het Afrikaanse perspectief. Een mooi voorbeeld is de bibliotheek van het Nimar.’ Het Nimar verzamelt culturele en wetenschappelijke producties van Marokko en stuurt die ook naar de Universitaire Bibliotheken Leiden, die ze beschikbaar maken voor een breed publiek.
Onderwijs in Rabat
Een verdieping onder die bibliotheek van het instituut hebben studenten Midden-Oostenstudies Arabische les. Volgens twee van de studenten leren ze in Rabat veel meer dan uit colleges. Hasan: ‘Ik vind de excursies die we doen heel erg bijzonder. Dan zie je de geschiedenis terug waarover we hebben geleerd. Zo’n ervaring kan je niet namaken in Nederland.’ Zijn medestudent Nassreddin is verrast door alle sprekers die het Nimar regelt. 'Laatst kwam er een politicus langs die heel kritisch op het regime is en vandaag komt de adviseur van de koning, André Azoulay, met ons spreken.’ Azoulay ging met de studenten van het Nimar en het bezoek vanuit Nederland in gesprek over Marokkaans beleid en over hoe moslims, joden en christenen samenleven in Marokko.
Geen goed beeld van Marokko
Meerdere docenten geven aan dat studenten alleen al door een tijd in Rabat te zijn ongelooflijk veel leren. ‘Ze zijn in een totaal andere culturele en religieuze omgeving,’ zegt Nadia Bouras. Zij is Nimar-vertegenwoordiger in Leiden en universitair docent bij het Instituut Geschiedenis, waar ze onder andere les geeft over de Marokkaanse (migratie)geschiedenis. Volgens haar hebben studenten vaak geen goed beeld van Marokko. ‘Ze denken dat het woestijn is en veel platteland. Dat er ook moderne steden zijn, weten ze meestal niet. Omdat we ook nauwe samenwerkingsverbanden hebben met Marokkaanse universiteiten ontmoeten de Nederlandse studenten ook leeftijdsgenoten die bijvoorbeeld niet het privilege hebben om in het buitenland te studeren. Simpelweg omdat ze geen visum krijgen. Zo’n buitenlandervaring is alleen hierdoor al een enorme verrijking voor je persoonlijke leven, maar ook voor je academische leerweg.’
Connecties maken
Tijdens het bezoek presenteerden een aantal wetenschappers hun onderzoek en de rol van het Nimar daarin. Een van hen is Janna Houwen, universitair docent bij het Leiden University Centre for the Arts in Society (Lucas), die onderzoek doet naar film en migratie. ‘Migratie wordt meestal bestudeerd als iets waarin mensen in beweging zijn, maar er zijn ook momenten dat mensen helemaal niet bewegen. Bijvoorbeeld mensen uit Sub-Sahara Afrika die in Marokko stranden, maar denk ook aan Marokkanen die zijn achtergebleven terwijl hun familie naar het buitenland is gegaan.’
Deze niet-bewegende groepen filmen veel over hun leven en hun gemeenschap. In een fellowship van twee jaar onderzoekt Houwen documentaires met een autobiografische component. ‘Het is best wel moeilijk om naar Marokko te gaan en mensen te ontmoeten als je geen connecties hebt. Dankzij het Nimar ben ik hier al op veel universiteiten geweest, ontmoet ik veel mensen, leer ik hier wetenschappers kennen en kunstinstellingen. Daarnaast helpen ze mij om academici naar Nederland te krijgen en ondersteunen mij met het vertalen van de films. Zonder het Nimar zou ik mijn onderzoek niet kunnen doen.’
Leiden-Delft-Erasmus
Twee andere onderzoeken worden allebei in LDE-verband (samen met Erasmus Universiteit Rotterdam en TU Delft) gedaan. In het project Sea-ing Africa: Tracing Legacies and Engaging Future Promises of ‘Big’ Infrastructure Projects in Port City Regions in Ghana and Morocco wordt ook samengewerkt met onderzoekers uit Ghana en met verschillende Marokkaanse instellingen. In het project onderzoeken zij de prominente plaats die infrastructuur heeft in het denken over ontwikkeling in Afrika.
Tijdens een rondetafelgesprek werd het andere onderzoek van de Leiden-Delft-Erasmus-alliantie besproken. Samen met lokale universiteiten, het Nederlands bedrijfsleven en Marokkaanse overheidsinstellingen wordt gewerkt aan de verduurzaming van de Marokkaanse tuinbouwsector. Peter van Bodegom, hoogleraar Milieubiologie en Circulaire Internationale Tuinbouwsystemen: ‘Het is heel fijn om dit onderzoek in LDE-verband te doen. Zo kunnen we de expertise in keten- en netwerksamenwerking uit Rotterdam combineren met de technologische kennis uit Delft en de kennis over milieu en voedselzekerheid uit Leiden.’
Het Nimar speelt ook een belangrijke rol bij het onderzoek volgens Van Bodegom, omdat de universiteiten hierdoor een eigen locatie in Marokko hebben. ‘Het maakt het makkelijker om meetings te organiseren, mensen uit te nodigen en studenten mee te nemen naar Marokko.’
Andere culturen en perspectieven
Ottow is na het bezoek onder de indruk van wat er allemaal mogelijk is door het Leidse instituut in Rabat. ‘Taal, cultuur, innovatie en onderwijs zijn een enorm belangrijk middel om banden met andere landen aan te halen. En daar zijn wij met het Nimar een goed medium voor. Tijdens ons bezoek zag ik dat het instituut ook een belangrijke rol speelt in internationale betrekkingen. Mooie voorbeelden zijn onder andere de bestudering van de Islam met Indonesië en de samenwerking met Ghana als het gaat om de ontwikkeling van havensteden. Die multidisciplinaire aanpak is voor ons heel belangrijk. Hierdoor komen we verder bij de aanpak en oplossingen van complexe wereldwijde problematiek. In het kader van internationalisering is het ook ontzettend goed dat onze studenten hier op bezoek zijn en zich openstellen voor andere culturen en andere perspectieven. En die mee naar huis nemen.’
Tekst en beeld: Dagmar Aarts