'De betrekkingen met Marokko gaan veel verder terug dan de eerste gastarbeiders'
Op 4 juni verscheen er een artikel over de betrekkingen tussen Marokko en Nederland op de nieuwspagina van Universiteit leiden. Dit artikel verscheen eerder in het gratis alumnimagazine Leidraad van de Universiteit Leiden.
Nederland en Marokko: de banden gaan lange tijd terug. Universitair docent Nadia Bouras bestudeert ze. Over Marokkaanse gastarbeiders zegt ze: ‘In de jaren zeventig overheerste de gedachte dat iedereen recht had op een eigen cultuur en religie. Dat kun je je nu niet meer voorstellen.’
Eeuwenoude betrekkingen
‘In mijn colleges over migratie probeer ik de studiereizen van Universiteit Leiden naar het NIMAR (zie kader) in Rabat te promoten. Dan vertel ik hoe fantastisch het is dat Rabat zo dichtbij is en tegelijkertijd zo ver weg. Er bestaan zoveel misverstanden over Marokko en Marokkaanse migranten. Zo is het voor mijn studenten vaak een eyeopener dat de betrekkingen tussen Nederland en Marokko veel verder terug gaan dan de komst van de eerste gastarbeiders in de vorige eeuw. We onderhouden al zeker vierhonderd jaar nauwe banden. Het onderwerp leent zich goed voor uitstapjes naar de actualiteit en politiek tijdens mijn colleges. Waarbij overigens de historische feiten het uitgangspunt zijn.’
Standplaats Rabat
‘Ik probeer mijn studenten ook te porren voor onze programma’s in Rabat. Ik vind het mooi en tegelijkertijd logisch dat het NIMAR aan Universiteit Leiden gelieerd is. Leiden is de bakermat van Arabische studies in Nederland. Het instituut heeft een maatschappelijke functie, maar is primair wetenschappelijk. In de standplaats Rabat draaien we in het najaar een minor Culture and Society voor studenten met allerlei achtergronden, in het voorjaar een taalprogramma dat vooral voor studenten Arabisch is bedoeld.’
Integratieschool
‘Kort geleden ben ik begonnen met een onderzoek naar de eerste integratieschool in Nederland. Die school, speciaal voor kinderen van gastarbeiders, is in 1971 gesticht in Amsterdam. Niet door de gastarbeiders maar door een Nederlands predikantenechtpaar. Hier kregen kinderen les in Frans en Arabisch, en de eigen cultuur. Het idee was aan de ene kant dat gastarbeiderkinderen hun eigen taal en cultuur moesten kennen voor als ze weer teruggingen, maar ook overheerste toen de gedachte dat iedereen recht had op een eigen cultuur en religie. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Ik ga de mensen opzoeken die in 1994 van deze school naar het voortgezet onderwijs gingen. Ik wil vastleggen wat er van hen is geworden.’
Multiculturele stad
‘Onderzoek krijgt ook een grote plek in een hele nieuwe opleiding die in september begint: Urban Studies. Een multidisciplinaire studie onder de vlag van Geesteswetenschappen. In deze opleiding staan vier thema’s centraal, waaronder de multicultural city. Bij dat thema ben ik betrokken. We gaan het hebben over actuele vraagstukken zoals integratie en migratie, allemaal met de stad als vertrekpunt. Wat doet multiculturaliteit met de stad? Daarbij zien we de stad als laboratorium. Neem de superdiversiteit van Amsterdam, waar 200 nationaliteiten samenleven en geen enkele groep sterk in de meerderheid is. Daar ontstaan heel interessante vraagstukken. Aan wie moeten nieuwkomers zich aanpassen? Hoe zorg je voor sociale cohesie? Wat gebeurt er met een verhipte buurt? Waar komen de oude bewoners uit dat soort wijken terecht? Van wie is de stad eigenlijk? En wat moeten gemeentebestuurders met multiculturaliteit? Al in het tweede jaar gaan studenten onderzoek doen bij instellingen: bedrijven, culturele of gemeentelijke organisaties. Juist om ze te helpen bij dit soort vraagstukken.’
Rode loper voor expats
‘Een interessante casus vind ik die van mijn collega Aniek Smit, die eerder dit jaar promoveerde op de manier waarop expats in Nederland worden ontvangen. Dat is met de rode loper. In Den Haag is zelfs een speciaal loket voor expats. Ik snap dat wel. Expats stralen succes uit, rijkdom, internationale allure… Ze zijn gewenste migranten. Ik ben wel benieuwd wat het effect voor onze maatschappij is als ook voor dat Syrische gezin de rode loper uitgaat. Ook een interessante vraag: kunnen we een vergelijking maken tussen de manier waarop gastarbeiders destijds, in de beginjaren, werden ontvangen en expats nu? Er zijn wel overeenkomsten in de omstandigheden. Beide groepen kregen een warm welkom, beide werden geacht tijdelijk te blijven, beide werden vaak benaderd in de eigen taal en vanuit de eigen cultuur. Ik ben wel benieuwd naar de verschillen en overeenkomsten in hun integratie. We gaan het allemaal bestuderen in Urban Studies, zowel in Nederland als over de grens. In Rabat bijvoorbeeld.’
Tekst: Nienke Ledegang
Beeld: Marius Roos
Mail de redactie