IN MEMORIAM MR DR MENNO TUURENHOUT (1959-2020)
De medewerkers van het Nederlands Instituut in Marokko hebben met ontzetting kennis genomen van het overlijden van onze dierbare collega Mr Dr Menno Tuurenhout. Vanaf het moment dat de Universiteit Leiden in 2015 besloot om het NIMAR voort te zetten heeft Menno Tuurenhout zich met hart en ziel ingezet voor het instituut. Als portefeuillehouder Bedrijfsvoering van het Faculteitsbestuur benadrukte hij steeds dat het NIMAR een instituut van de Faculteit Geesteswetenschappen met een landelijke taakstelling was, met alle daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen. Menno vond het NIMAR een aanwinst voor de faculteit dat als “laboratorium” een belangrijke functie binnen de faculteit en binnen de gehele universiteit vervulde. Wij zijn hem zeer dankbaar voor zijn constante toewijding en steun.
Menno had een lange staat van dienst binnen de Universiteit Leiden. Hij had bij verschillende faculteiten gewerkt en daarbij uitstekende betrekkingen met collega’s opgebouwd, van wie velen vrienden waren geworden. Als portefeuillehouder Bedrijfsvoering kwam hij jaarlijks op bezoek in Rabat om het reilen en zeilen van het instituut in ogenschouw te nemen en ons met raad en daad bij te staan. Daarbij bracht hij altijd collega’s mee om met het instituut kennis te maken. De bezoeken waren een mengeling van zakelijk overleg en teambuilding. Achteraf bleek steeds opnieuw hoe gelukkig de keuze van Menno was geweest. Zijn introducties versterkten de inbedding van het NIMAR in de universiteit. Menno was scherp op de zaak en hartelijk in de betrekkingen. Hij had voor alle medewerkers persoonlijke aandacht. Wij zullen zijn welgemeende adviezen en menselijkheid bijzonder missen.
Menno laat de universiteit een instituut na dat hij met zorg heeft opgebouwd en aanbevolen bij zijn collega’s. Minstens even belangrijk is het voorbeeld dat hij gaf door zijn werk. Menno nam zijn verantwoordelijkheden ernstig en kon strikt en duidelijk zijn. Tegelijkertijd had hij altijd oog voor de menselijke verhoudingen en de persoonlijke kanten. Hij toonde door zijn leiderschap dat alleen door goede betrekkingen en aandacht voor collega’s als mens behoorlijk werk geleverd kan worden. De aandacht voor de persoon en voor de aardige kanten van het leven maakte het werken bovendien veel aangenamer. Als familieman stelde Menno ons voor aan zijn echtgenote Jorrita, die zich steeds zeer betrokken toonde bij het NIMAR, en vertelde hij graag over hun twee zonen Maarten en Sander, hun echtgenotes en kleinkind. Wij beseffen hoe groot hun verdriet is dat Menno hen zo vroegtijdig ontvalt als pater familias.
Menno genoot van hartelijke verstandhoudingen en was steeds gericht op oplossingen, met oog voor de menselijke maat. De medewerkers van het NIMAR zullen hun best doen om het goede voorbeeld van Menno in ere te houden.