Geschiedenis, taal en cultuur
Marokko kenmerkt zich door een grote rijkdom van talen en culturen met een lange geschiedenis gedocumenteerd in handschriften, mondelinge overleveringen, monumenten en andere vormen van materiële cultuur en archeologie. In Nederland kennen wij deze diversiteit met name door de talrijke Berberactivisten die van zich doen spreken, soms in oppositie met Arabisch-sprekenden.
De Universiteit Leiden heeft een internationaal erkende leidende positie in de Berberstudies, die vorm krijgt in talrijke publicaties, onderwijs, en een uiterst belangrijke collectie handschriften. De Universiteit van Amsterdam profileert zich internationaal vooral in de studie van de literatuur van Marokko, vooral in de Europese diaspora, en in het Frans en Spaans. Het NIMAR zet zich actief in voor uitwisselingen op het terrein van letterkunde, film en theater, muziek en beeldende kunst, door bijvoorbeeld filmavonden, tentoonstellingen en lezingen.
Nederland was de eerste Europese staat die een verdrag sloot met Marokko, meer dan 400 jaar geleden. De voor de Marokkaanse geschiedschrijving zo belangrijke archieven in Den Haag zijn dankzij ondersteuning door het NIMAR door Marokkaanse onderzoekers verkend. Een publicatie van Abdelmajid Kaddouri en Assia Benadada over beschikbare bronnen in Nederlandse archieven over Marokkaans-Nederlandse betrekkingen zal binnen afzienbare tijd met ondersteuning van het NIMAR het licht zien. Mede als een vorm van culturele diplomatie, reeds geïnitieerd door het Ministerie van Buitenlandse zaken in de vorm van een reizende tentoonstelling, zal het NIMAR dit project verder ontwikkelen, nu ook door deelname van Nederlandse historici en Arabisten. Daarbij zal het opnieuw een beroep doen op de traditie van de studie van betrekkingen tussen moslims, joden en christenen die in Leiden en Amsterdam ontstaan is.
Het koloniale verleden van Marokko tijdens het protectoraatsbewind van Frankrijk en Spanje tussen 1912 en 1956 blijft een belangrijke rol spelen in het maatschappelijke debat, bijvoorbeeld over taal en onderwijs en over vormen van ‘authentieke Marokkaanse cultuur.’ Nederland kan als relatief neutrale buitenstaander een belangrijke bijdrage aan dit debat leveren door een vergelijkend onderzoeksproject over de koloniale erfenis van Indonesië en Marokko te bevorderen.